Basisscholen vanaf 11 mei open, andere maatregelen tot 20 mei
De kinderopvang en het speciaal basisonderwijs kunnen de deuren na de meivakantie weer openen en basisscholen moeten voorbereidingen treffen om het onderwijs deels te hervatten. Dat meldt de NOS dinsdag op basis van het advies van de deskundigen van het Outbreak Management Team (OMT), waar het kabinet de besluitvorming over de coronamaatregelen op baseert.
"Het OMT schat in dat het risico voor de volksgezondheid dat gepaard gaat met het na de meivakantie openen van de kinderopvang, de basisscholen, de buitenschoolse opvang en het speciaal onderwijs beheersbaar is", schrijft het adviesorgaan.
De experts van het OMT zijn het er nog niet over eens of de basisscholen direct open kunnen of dat er les moet worden gegeven voor halve klassen. Het advies luidt dan ook "om te starten met voorbereidingen voor een halve bezetting per dag tot er meer gegevens zijn over de ontwikkelingen in Scandinavische landen, waar de scholen al wel geopend zijn of binnenkort opengaan."
Middelbare scholen, mbo's, hbo's en universiteiten blijven dicht
Het voortgezet onderwijs moet zich voorbereiden op de hervatting van fysiek onderwijs een maand na de opening van de basisscholen.
Dat kan alleen als zich in de tussenliggende periode geen uitbraken op de basisscholen hebben voorgedaan en als het reproductiegetal (de hoeveelheid mensen die een coronapatiënt gemiddeld besmet) rond of onder de één blijft.
Voor de mbo's, hbo's en universiteiten is het advies strenger. Er moet worden gekeken naar uitzonderingen voor stages en praktijkonderwijs, maar voor alle andere vormen van fysiek onderwijs ziet het OMT "een reëel risico op verdere, te brede of te snelle verspreiding van het virus". Ook hier adviseert het team om eerst de effecten van de versoepeling op het basisonderwijs en de kinderdagopvang af te wachten.
Sporten onder voorwaarden weer mogelijk
Daarnaast kunnen kinderen tot twaalf jaar weer buiten sporten, al dan niet in teamverband. Ook jongeren van twaalf tot achttien jaar kunnen weer bewegen, maar voor hen zijn de adviezen strenger. Zij mogen alleen met 1,5 meter afstand van elkaar sporten.
Voor individuele topsporters lijken eveneens soepelere regels te komen. In het OMT-advies staat dat de risico’s voor deze groep voor de volksgezondheid beheersbaar is, mits er anderhalve meter afstand wordt gehouden. Het wordt aan de sportkoepels overgelaten om verdere regels uit te werken.