Kolomsgewijs en cijferend optellen/aftrekken

 

 

Om grote getallen vlot te kunnen optellen en aftrekken, is het ‘onder elkaar rekenen’ een handige manier om iets uit te rekenen. In onderwijs worden hiervoor twee verschillende manieren gebruikt. Deze twee manieren leveren het zelfde uitkomst op.

  • 1. Kolomsgewijs rekenen

  • 2. Cijferend rekenen

Voorbeeld:

Johan heeft 2.432 euro op zijn spaarrekening. Onlangs heeft hij zijn salaris van 1.345 euro ontvangen.
Hoeveel geld heeft Johan op zijn bankrekening staan?

          

Kolomsgewijs optellen

Bij kolomsgewijs rekenen wordt inzichtelijk gemaakt wat de waarde is van elk getal. 

Stappenplan: uitwerking

  • Schrijf de getallen onder elkaar.Eenheden (E) onder eenheden, tientallen (T) enz.

  • Tel de duizendtallen bij elkaar op. De 2 en de 1 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 2 en 1, maar 2000 en 1000. Je maakt dus de som: 2000 + 1000 = 3000.

  • Tel de honderdtallen bij elkaar op. 4 en 3  staan onder de H van honderdtallen. Je maakt dus de som: 400 + 300 = 700

  • Tel de tientallen bij elkaar op.3 en 4 staan onder T van tientallen.  Deze beteken dus geen 3 en 4, maar 30 + 40. Dus de som 70.

  • Tel de eenheden bij elkaar op. Onder E van eenheden staan 2 en 5. De som is 2 + 5 = 7

  • Tot slot tel je de antwoorden bij elkaar op. De uitkomst is de antwoord van de som.


Het cijferend optellen

Bij het cijferend optellen worden de getallen onder elkaar gezet en met een vaste volgorde uitgerekend. De som wordt opgelost door van rechts naar links te werken.

Stappenplan: uitwerking

  • Schrijf de getallen onder elkaar. Eenheden (E) onder eenheden, tientallen (T) onder tientallen, enzv

  • Tel de eenheden bij elkaar op. De som is 2 + 5 = 7

  • Tel de tientallen bij elkaar op.3 en 4 staan onder T van tientallen. De som is 3 + 4 = 7

  • Tel de honderdtallen bij elkaar op. De som is 4 + 3 = 7

  • Tel de duizendtallen bij elkaar op.  Het getal 2 en 1 bestaat uit duizendtallen.

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.

Klik hier voor meer uitleg over "cijferend optellen".

 

Oefeningen: klik op het start button

 

 

 

Voorbeeld:

Tom heeft 3.475 euro op zijn bankrekening. Onlangs heeft hij een scooter gekocht. De scooter kost 1.354 euro. Via zijn bankrekening heeft hij het bedrag betaald. Hoeveel geld heeft Tom nu op zijn bankrekening staan?

          

Kolomsgewijs aftrekken

 

Stappenplan: uitwerking 1

  • Schrijf de getallen onder elkaar. Eenheden ( E) onder eenheden, tientallen ( T) onder tientallen, enzv.
  • Eerst worden de duizendtallen van elkaar afgetrokken. De 2 en de 1 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 2 en 1, maar 2000 en 1000. Je maakt dus de som: 2000 - 1000 = 1000.

  • Vervolgens trek je de honderdtallen van elkaar af. 4 en 3  staan onder de H van honderdtallen. Je maakt dus de som: 400 - 300 = 100

  • Trek de tientallen van elkaar af. 7 en 5 staan onder T van tientallen.  Deze beteken dus geen 7 en 5, maar 70 - 50. Deze trek je van elkaar af. Dus de som 20.

  • Trek de eenheden van elkaar af. De som is 5 - 4 = 1

  • Tot slot tel je de uitkomsten van duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op. De uitkomst is de antwoord van de som.

 

Cijferend aftrekken

  

Stappenplan: uitwerking 2

  • De op te tellen getallen worden onder elkaar geschreven. Eenheden ( E) onder eenheden, tientallen ( T) onder tientallen, enzv.

  • Je begint aan de rechterkant, bij de eenheden. Deze trek je eerste van elkaar af. De som is  5 - 4 = 1

  • 7 en 5 staan onder T van tientallen. Deze trek je van elkaar af. De som is 7 - 5 = 2

  • Vervolgens trek je H van honderdtallen af. De som is 4 - 3 = 1

  • Trek als laatste de duizendtallen van elkaar af.  Het getal 3 en 1 bestaat uit duizendtallen.

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.

 
 
Oefeningen: klik op het start button
 
 

                         

 Optel- en aftreksommen oefenen met verschillende games

 

 Klik op de afbeelding om te starten.

 

 

 

Om grote getallen vlot te kunnen optellen en aftrekken, is het ‘onder elkaar rekenen’ een handige manier om iets uit te rekenen. In onderwijs worden hiervoor twee verschillende manieren gebruikt. Deze twee manieren leveren het zelfde uitkomst op.

  • Kolomsgewijs rekenen

  • Cijferend rekenen

Voorbeeld:

Johan heeft 2.432 euro op zijn spaarrekening. Onlangs heeft hij zijn salaris van 1.345 euro ontvangen.
Hoeveel geld heeft Johan op zijn bankrekening staan?

          

Kolomsgewijs optellen

Bij kolomsgewijs rekenen wordt inzichtelijk gemaakt wat de waarde is van elk getal. 

Stappenplan: uitwerking

  • Schrijf de getallen onder elkaar.Eenheden (E) onder eenheden, tientallen (T) enz.

  • Tel de duizendtallen bij elkaar op. De 2 en de 1 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 2 en 1, maar 2000 en 1000. Je maakt dus de som: 2000 + 1000 = 3000.

  • Tel de honderdtallen bij elkaar op. 4 en 3  staan onder de H van honderdtallen. Je maakt dus de som: 400 + 300 = 700

  • Tel de tientallen bij elkaar op.3 en 4 staan onder T van tientallen.  Deze beteken dus geen 3 en 4, maar 30 + 40. Dus de som 70.

  • Tel de eenheden bij elkaar op. Onder E van eenheden staan 2 en 5. De som is 2 + 5 = 7

  • Tot slot tel je de antwoorden bij elkaar op. De uitkomst is de antwoord van de som.


Het cijferend optellen

Bij het cijferend optellen worden de getallen onder elkaar gezet en met een vaste volgorde uitgerekend. De som wordt opgelost door van rechts naar links te werken.

Stappenplan: uitwerking

  • Schrijf de getallen onder elkaar. Eenheden (E) onder eenheden, tientallen (T) onder tientallen, enzv

  • Tel de eenheden bij elkaar op. De som is 2 + 5 = 7

  • Tel de tientallen bij elkaar op.3 en 4 staan onder T van tientallen. De som is 3 + 4 = 7

  • Tel de honderdtallen bij elkaar op. De som is 4 + 3 = 7

  • Tel de duizendtallen bij elkaar op.  Het getal 2 en 1 bestaat uit duizendtallen.

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.

Klik hier voor meer uitleg over "cijferend optellen".

 

Oefeningen: klik op het start button

 

 

 

Voorbeeld:

Tom heeft 3.475 euro op zijn bankrekening. Onlangs heeft hij een scooter gekocht. De scooter kost 1.354 euro. Via zijn bankrekening heeft hij het bedrag betaald. Hoeveel geld heeft Tom nu op zijn bankrekening staan?

          

Kolomsgewijs aftrekken

 

Stappenplan: uitwerking 1

  • Schrijf de getallen onder elkaar. Eenheden ( E) onder eenheden, tientallen ( T) onder tientallen, enzv.
  • Eerst worden de duizendtallen van elkaar afgetrokken. De 2 en de 1 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 2 en 1, maar 2000 en 1000. Je maakt dus de som: 2000 - 1000 = 1000.

  • Vervolgens trek je de honderdtallen van elkaar af. 4 en 3  staan onder de H van honderdtallen. Je maakt dus de som: 400 - 300 = 100

  • Trek de tientallen van elkaar af. 7 en 5 staan onder T van tientallen.  Deze beteken dus geen 7 en 5, maar 70 - 50. Deze trek je van elkaar af. Dus de som 20.

  • Trek de eenheden van elkaar af. De som is 5 - 4 = 1

  • Tot slot tel je de uitkomsten van duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op. De uitkomst is de antwoord van de som.

 

Cijferend aftrekken

  

Stappenplan: uitwerking 2

  • De op te tellen getallen worden onder elkaar geschreven. Eenheden ( E) onder eenheden, tientallen ( T) onder tientallen, enzv.

  • Je begint aan de rechterkant, bij de eenheden. Deze trek je eerste van elkaar af. De som is  5 - 4 = 1

  • 7 en 5 staan onder T van tientallen. Deze trek je van elkaar af. De som is 7 - 5 = 2

  • Vervolgens trek je H van honderdtallen af. De som is 4 - 3 = 1

  • Trek als laatste de duizendtallen van elkaar af.  Het getal 3 en 1 bestaat uit duizendtallen.

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.

 
 
Oefeningen: klik op het start button
 

  

 Optel- en aftreksommen oefenen met verschillende games

 

 Klik op de afbeelding om te starten.